Geschiedenis
In 1787 is de molen in het bezit van ‘gravin douairière’ (weduwe die het vruchtgebruik heeft) de Renesse: ze is mede-eigenaar voor drievijfden. Ze liet een onderzoek uitvoeren naar de toestand van de molen. Het besluit was dat de molen oud, bouwvallig en dringend aan herstelling toe was. Ze geeft dan ook haar toestemming tot herstelling.
In 1844 is Pierre Lebon, ‘rentenier te Hasselt’, de eigenaar. Toen deze in 1865 overleed, erfden zijn kinderen en kleinkinderen de molen. Een van hen, Hubertine Lebon, was met rechter Jean Bampts gehuwd. Deze laatste kocht de dubbele molen.
In 1880 blijkt de heer Vaneerdewegh eigenaar en molenaar te zijn. Diens dochter was gehuwd met Louis Dirix. Toen de oude molenaar overleed, kocht Louis het deel van de andere kinderen. Hij nam de zaak in 1918 over. Zijn zoon, Felix Dirix-Vanzier, nam op zijn beurt in 1929 de zaak over. Een broer, Jean, haalde jarenlang met een kar de zakken graan bij de boeren op en bracht ze terug na het malen.
Dat jaar werden er grote verbouwingswerken uitgevoerd. Het binnen- en buitenwerk werd volledig vernieuwd door molenbouwer Asnong. Binnen, op de bovenverdieping, stond de graanmolen en de haverpletmachine. Er werd een dieselmotor bijgeplaatst, die bij een tekort aan water de molen kon doen draaien. Daar de oude beek te veel verval had (ongeveer drie meter), werd er een nieuwe gegraven. Zo kon de watertoevoer beter geregeld worden. Door een ophoging bij de verbouwing, was het woonhuis ongeveer 1,50 m hoger komen te liggen dan de molen.
Toen dieselolie tijdens de tweede wereldoorlog schaars was, werd de dieselmotor vervangen door een elektrische motor. De watermolen zelf werd steeds minder gebruikt, zodat na een tijdje alleen nog de elektrische installatie in gebruik was. Sinds 1970 wordt er niet meer gemalen.
Meer informatie over molens in Vlaanderen vind je op www.molenechos.org.
(Informatie: ‘Onze Lummense molens, molenaars en bakkers’, een uitgave van de Geschied- en Heemkundige Kring Groot-Lummen, te koop aan de UiTbalie tegen 8,00 euro)
Natuur
In de buurt van de Gestelse Molen werd in 2004 een natuurinrichtingsproject uitgevoerd. Enkele oude visvijvers werden natuurvriendelijker gemaakt. Een verbinding met twaalf vistrappen zorgt ervoor dat vissen een hoogteverschil van 1,60 meter tussen de Zwarte Beek en de Oude Beek kunnen overbruggen. Een bijkomend voordeel is dat hierdoor een geschikt voedsel- en broedgebied ontstaat voor heel wat water- en moerasvogels zoals dodaars en blauwborst.
In 2017 werd een grootschalig herstelproject aan de Zwarte Beek in Beringen en Lummen uitgevoerd. Historische meanders werden opnieuw opengelegd en twee vismigratieknelpunten werden opgelost. Zeldzame vissoorten zoals de beekprik kunnen zich nu verspreiden over grotere delen van de waterloop. De Zwarte Beek kan weer kronkelen en is nu ongeveer 850 m langer dan voor de werken.
(Informatie: Natuurpunt Lummen en Vlaamse Milieumaatschappij)
Locatie
Alhoewel Gestel een gehucht is van de gemeente Lummen staat het molengebouw net over de grens met Beringen (deelgemeente Paal), in de Maalbeekstraat, aan de Zwarte Beek.
Ze bevindt zich op het Limburgse fietsroutenetwerk en in de buurt van het Lummense wandelroutenetwerk.