Text
Text
Bezienswaardigheden op de route
Kiosk de knoteiken is gelegen op het Gemeenteplein. Alle routes uitgezonder de rode route van 2,6 km (Parking 6)
Dit 'muzikale gebouw' werd op de kermisdag van 14 augustus 1887 ingehuldigd. Het werd gesponsord door de toenmalige bewoners van kasteel Het Hamel. De kiosk werd in 2010 gerestaureerd. De steunpilaren zijn gemaakt van knoteiken (in het dialect 'sunken') die vroeger het landschap in Lummen typeerden. De knobbels die je op de pilaren ziet, zijn de reactie op het kappen van de takken om de 7 tot 9 jaar. Deze takken werden onder meer gebruikt in de bakoven.
Kasteel Het Hamel is officieel gelegen Burggrachtstraat met een hoofdingang aan de Schulensebaan. Gele en Groene route.
Op dit landgoed stonden er verschillende gebouwen van de 14e eeuw tot vandaag. Nu nog zijn er sporen te zien van een brede verdedigingsgracht. Het huidige kasteel werd in 1947 opgetrokken op de resten van een 17e-eeuws gebouw van de Spaanse familie de Zerezo de Tejada. Het Hamel van vandaag is een neoclassicistisch kasteel in Lodewijk-XVIe-stijl. In het gebouw werden oude elementen gebruikt afkomstig van de kastelen van Wideux en Kermt.
Het omringende park van 42 ha bevat een bijzonder arboretum. Het werd in 1860 aangelegd onder leiding van tuinarchitect Gindra, die eveneens werkzaam was in de tuinen van Beloeil.
Het Hamel werd laatst bewoond door baron André de Moffarts, overleden in 2004. Tegenwoordig wordt het kasteel en de bijhorende eigendommen beheerd door een stichting, die door de baron werd opgericht (www.stichting-demoffarts.be).
Kasteel De Burg is gelegen Muggenhoekstraat - gele en groene route en kort aan Parking 3.
Kasteel De Burg is het oudste kasteel van Lummen. In 1203 werd het door de soevereine graaf Lodewijk II van Loon overgedragen aan prins-bisschop van Luik Hughes de Pierrepont. Van 1350 tot 1837 was het onafgebroken in het bezit van de familie van der Marck. Deze familie leverde enkele prins-bisschoppen aan Luik. Enkele van de roemrijkste telgen waren zonder twijfel Willem I van der Marck, bijgenaamd het 'Everzwijn van de Ardennen' en zijn achterkleinzoon Willem II van der Marck, bijgenaamd 'Lumey'. In 1485 wordt de Burg totaal verwoest door tegenstander Albrecht van Saxen. Het goed wordt dadelijk hersteld. Het huidige kasteel dateert grotendeels uit deze tijd, maar heeft sindsdien verbouwingen en restauraties ondergaan.
Het domein is in private handen. Het kasteel wordt momenteel bewoond door de familie Briers de Lumey.
Willem I van der Marck
Kapel van OLV van de Beukenboom is gelegen Beukeboomstraat - blauwe, oranje en rode route.
Op de Willekensberg, het hoogste punt van Lummen, staat een prachtige Mariakapel met een opmerkelijke geschiedenis. Het gaat om de Kapel van OLV van de Beukenboom, eigendom van de Kerkfabriek van Lummen Centrum.
Begin van de 17de eeuw, een woelige periode in onze contreien, bevond zich aldaar een Mariabeeldje in de holte van een dikke oude beukenboom. Bij dit beeldje werd dagelijks tot OLV gebeden door gelovige Lummenaren. In 1640 bleek het beeldje echter plots niet meer te zien. Was het in de boom vergroeid of was het gestolen?
Feit is dat de gelovigen een nieuw beeldje vroegen aan de toenmalige pastoor van Lummen. Deze zorgde ervoor dat een albasten beeldje van Maria met kind (20 cm, uit 1410) van de kerk in het dorp processiegewijs naar de beuk werd overgebracht. Dit gebeurde op 2 juli 1640 tijdens Maria-visitatie (bezoek van OLV aan Elisabeth, later verzet naar 31 juni). De plaats groeide al gauw uit tot een waar bedevaartsoord en wonderbare genezingen werden toegeschreven aan ‘OLV van de Beukenboom’.
De pastoor besloot met het vele geofferde geld en een milde gift van graaf Ernest van der Marck, die op het kasteel de Burg woonde en de heer van Lummen was, een klein bakstenen kapelletje te bouwen. Dag op dag één jaar na de overbrenging van het nieuwe beeldje werd de eerste mis in de kapel opgedragen onder een grote volkstoeloop. De oude beuk, die volgens de vrome overlevering was gaan kwijnen, werd gekapt en uit het hout ervan werden Onze-Lievevrouwenbeeldjes gesneden. Graaf van der Marck kreeg er eentje cadeau.
In de volgende jaren en de tweede helft van de 18de eeuw werd de kapel verder uitgebouwd met een sacristie, een portaal, een eerste en een tweede kamer voor een kluizenaar, die de kapel vanaf 1744 zou bewaken en onderhouden. De vergulde koperen zon op het portaal werd door Pater Jacobs (1750-1838) toegevoegd.
Van de jaren 1930 tot in 2003 maakten hoognodige restauraties vanbuiten en vanbinnen de kapel tot het fraaie bouwwerk dat er nu staat. In 1951 werd de kapel als monument en haar omgeving als cultuurhistorisch landschap beschermd.
De Kapel van OLV van de Beukenboom, die diverse kunstschatten bevat, is niet open voor het publiek. De kluis wordt momenteel bewoond door de kapelaan van Lummen. De kapel kan bezocht worden op afspraak.
De OL-Vrouwebeuk bevindt zich achter de Kapel van de Beukenboom.
Deze rode beuk met een stamomtrek van net geen 3,5 meter en een hoogte van zowat 26 meter is verkozen tot ‘Baillet Latour Boom van het jaar 2018’.
Hij torent boven alles en iedereen uit op een heuveltje dat hij als het ware met zijn wortels omarmt. Zijn blootliggende wortels maken hem zeer merkwaardig. Ook de site waar hij staat is uniek. Vroeger werden er openluchtmissen opgedragen, zoals je nog kunt zien aan de originele banksokkels.
Alles begon begin 17de eeuw met een oude dikke beuk die een holte had waarin zich een houten Mariabeeldje bevond.
Nadat het beeldje in 1640 verdween, werd de kapel gebouwd (1641). De huidige Onze-Lieve-Vrouwebeuk zet de traditie van de oude dikke beuk verder.
De Kleen Meulen is gelegen aan de Mangelbeekstraat - groene, gele en rode route van 2,6 km.
De Kleen Meulen werd gebouwd vóór 1715. De toenmalige eigenaar was Louis Pierre van der Marck (1674-1750). Zijn zoon Louis Engelbert van der Marck (1701-1773) erfde de molen in 1750. Zijn dochter Louise Marguerite van der Marck (1730- 1820) erfde op haar beurt de molen. Ze was gehuwd met hertog Charles Marie Raymond van Arenberg. Deze laatste overleed in 1778.
In 1782 was de molen dringend aan vernieuwing toe. De gebouwen waren nog uit hout en leem opgetrokken. Er werd bijgevolg een nieuwe molen gebouwd, ditmaal in steen. Op 8 januari 1783 werd deze nieuwe molen gekeurd en geschat door Cornelis Verschuren en Jean Geerts, beide beëdigde molenmakers. Voor het keuren en schatten van het ijzerwerk werd Adrien Henri Kaltermans, beëdigd meestersmid, aangesteld. Jean Verboven was de toenmalige huurder en uitbater (ook van de Grote molen).
Nadat Louise Marguerite van der Marck overleden was, bleven haar goederen onverdeeld, tot de familie van Arenberg ze in 1837 verkocht. De Kleen Meulen werd samen met kasteel De Burg, de boerderij en de omliggende gronden voor 94 100 fr. aan Laurent Palmers uit Hasselt verkocht. Bij zijn overlijden in 1846 kwam de molen in het bezit van zijn echtgenote en zijn dochter Catharine Palmers. Ze was gehuwd met Henri Gerard Briers.
In februari 1849 werd een onderzoek ingesteld om een nieuwe peilnagel te plaatsen. De molenaars durfden immers het water wel eens tegen te houden en het peil zodoende hoger te laten komen dan toegelaten was. Dit kon overstromingen en dijkbreuken veroorzaken. Vandaar de peilnagel.
Henri Gerard Briers was ook eigenaar van de windmolen van Lummen. Deze werden beide op 15 maart 1869 verhuurd aan Louis Deceuster (°Houthulst 25.08.1823) en zijn echtgenote Therese Vandebroek (°Houtvenne 02.02.1826). Toen Henri Gerard Briers overleed, erfden zijn echtgenote en hun kinderen Frederic, Amedeus, Edmond, Carelie en Alix zijn bezittingen. Toen huurder Louis op 18 juni 1872 overleed, bleef zijn weduwe samen met een van haar zonen, Henri, de molen uitbaten tot ze deze op 5 maart 1875 verlieten en de inboedel verkocht werd.
Op 15 maart 1875 kwam Pierre Rodiers (°Kuringen 05.01.1844) er wonen. De huur voor de twee molens bedroeg 2 350 fr. per jaar. Pierre was gehuwd met Marie Josepha Horions (°Lummen 05.12.1854). Angele Rodiers (°Kuringen 12.09.1948), de zus van Pierre, was gehuwd met Pierre Horions (°Lummen 12.06.1852). Deze namen de Kleen Meulen over voor de som van 1 550 fr. per jaar. De Kleen Meulen was een olieslagmolen en een graanmolen. De molen was toen geschat als volgt: de graanmolen (koren en boekweit) voor 2 115,75 fr. en de oliemolen voor 1 282,96 fr.
In 1893 was de molen eigendom van Edmond Briers. Toen in augustus 1914 de eerste wereldoorlog uitbrak en de Duitsers het dorp Lummen in brand staken, was de molen reeds eigendom van burgemeester Henry Briers-le Boucher d'Hérouville en zijn schoonbroer Ernest Delamine. Huurder Denis Horions heeft niet al te veel oorlogsschade geleden: de totale schadevergoeding bedroeg 118,50 fr. In 1923 werd Henry Briers alleen eigenaar. In 1954 kocht de familie Robijns-Kempeneers de molen. In 1966 werd Fernand Vanderaerden eigenaar.
In 1931 werd de olieslagmolen op de linkeroever ontmanteld en als magazijn gebruikt. Het binnenwerk van de graanmolen bleef bewaard, maar het waterrad verdween in 1967 of 1968. Het molencomplex onderging in 2002-2004 een ingrijpende restauratie. Het molentechnisch werk werd uitgevoerd door Adriaens Molenbouw uit Weert. Ten bate van de vispassage werd een nevengeul aangelegd. Op 15 juli 2008 werd een nieuw waterrad uit gietijzer en staal (gewicht 4 ton) geplaatst.
De molen werd volledig maalvaardig gemaakt. De inhuldiging gebeurde in april 2009 met een tweedaags molenfeest. De gerestaureerde molen wordt elke zaterdag in werking gezet. Er is dan een molenaar aanwezig om de nodige uitleg te geven. Een bezoek is gratis. Kom gerust langs!
Meer informatie over molens in Vlaanderen vind je op www.molenechos.org.
De Grote Molen - gelegen aan de Schulensebaan - Gele en rode route van 2,6 km.
In 1694 is de Grote molen een banmolen van Schulen, want op 4 november 1694 wordt er klacht ingediend tegen iemand die zijn granen in een andere molen had laten malen. Alle overtreders worden gestraft en moeten het banrecht, de geleden schade en interest betalen. De molen is dan eigendom van de heer van der Marck (zie ook Kastelen: De Burg). In 1715 is de molen in het bezit van Louis Pierre van der Marck (1674-1750).
In 1738 is de molen, opgetrokken uit hout en leem, dringend aan herstelling toe. Ze werd heropgebouwd in steen.
Toen Louis Pierre overleed, erfde zijn zoon Louis Engelbert (1701-1773) onder meer de Grote molen. Diens dochter Louise Marguerite (1730-1820) erfde op haar beurt zijn goederen, waaronder de Grote molen en de Kleen meulen. Ze was gehuwd met hertog Charles Marie Raymond van Arenberg. Deze laatste overleed in 1778.
Voor 1816 werd de Grote molen reeds verhuurd aan de heer Joseph Hankar. Vanaf 19 juni 1816 werden beide molens verhuurd aan Henri Lelièvre en zijn echtgenote Anne Wirix voor de som van 1 458,69 fr., en voor de periode van 24 juni 1816 tot 24 juni 1822. Ze waren verplicht tweemaal per week, ’s maandags en ’s donderdags, met de kar naar het dorp te gaan om het te malen koren op te halen en de bloem terug te brengen.
Nadat Louise Marie overleden was, bleven haar goederen onverdeeld, tot de familie van Arenberg haar bezittingen in en rond Lummen in 1837 verkocht. De Grote molen werd door de heer de Fabribeckers de Cortils et Grâce uit Luik gekocht (zie ook Kastelen: Loye).
Op 18 februari 1848 werd een onderzoek ingesteld om een nieuwe peilnagel te plaatsen. De molenaars durfden immers het water wel eens tegen te houden en het peil zodoende hoger te laten komen dan toegelaten was. Dit kon overstromingen en dijkbreuken veroorzaken. Vandaar de peilnagel. Paul Vandevoort was toen molenaar in de Grote molen.
Op 10 oktober 1851 huurde Pierre Rodiers de molen. In 1874 vertrokken Pierre en zijn echtgenote Jeanne Severijns (°Lummen 11.10.1809) naar de Kleen meulen, waar ze beiden aan bronchitis overleden, respectievelijk in mei 1875 en in december 1874. Twee kinderen van Pierre bleven de Grote molen uitbaten tot 15 maart 1876: Angele Rodiers (°Kuringen 12.09.1948), echtgenote van Pierre Horions (°Lummen 12.06.1852), en haar broer François Rodiers, echtgenoot van Adele Horions.
In 1875 bedroeg de huur voor de Kleen meulen en de Grote molen samen 2 350 fr. per jaar.
Op 5 juli 1875 werd de molen verhuurd aan August Vanduren uit Rotselaar. Dit huurcontract ging normaal gezien in op 15 maart 1876. Er moet iets misgelopen zijn, want in december 1875 sluit Henri Geerdens een huurcontract af dat op 15 maart 1876 inging. De molen is een hennepbraakmolen (Schulense oever) en een korenmolen (Lummense oever). De hennepbraakmolen werd door Henri Geerdens en Clement Fredrix, rentmeester van het kasteel van Loye, tot een zagerij verbouwd, die ze samen uitbaatten.
Op 15 maart 1882 huurt Jean Michel Briers de korenmolen en de zagerij voor 1 750 fr. per jaar. Na het overlijden van Jean Michel en zijn echtgenote verkopen de kinderen in 1882 de inboedel. Later zal Jules Forier de molen uitbaten.
Severinus Vanswevelt volgde Jules in 1938 op als molenaar. Hij was knecht geweest bij Jules vanaf 1926. Hij was gehuwd met Rosalie Martens. Severinus was de laatste molenaar van de Grote molen.
Gedurende de hele periode bleef de molen eigendom van de familie de Fabribeckers de Cortils et Grâce. Momenteel is de Grote molen in het bezit van de familie Hemerijckx.
Meer informatie over molens in Vlaanderen vind je op www.molenechos.org.
Het Domein van de Duizendjarige Eik ligt langs de oranje en rode route van 10,8 km.
Dit domein bevindt zich aan de rand van de Willekensberg en de brede vallei van de Zwarte Beek. Op dit domein vind je niet alleen de Duizendjarige Eik maar eveneens zijn zoon, een uitkijktoren, het Millenniumbos, het Vredesbos, het Sterrenbos en het belevingsbos vol Lumennekes. Een belevingsdomein voor ieder wat wils, voor jong en oud. In de ban van WO II? Op dit domein start de wandeling WO II. Deze wandeling vind je op deze pagina.
De geschiedenis en de beleving kan je lezen op deze link.
Typisch voor deze getuigenheuvel zijn de holle wegen met hun bijzondere plantengroei. De top van de Willekensberg ligt op circa zestig meter boven de zeespiegel en is het hoogste punt van Lummen. De combinatie van steile hellingen en een stevige bodem is ideaal voor het ontstaan van holle wegen. In natte periodes sleet het afvloeiende water geulen uit de heuvels. Door gebruik werd de bodem keer op keer losgereden en steeds 'holler'. Wandelen door de holle wegen is ideaal om dit proces te behouden.
De Willekensberg is een natuurgebied waar het heerlijk is om te wandelen. Deze getuigenheuvel kenmerkt zich door de aanwezigheid van holle wegen en biedt zicht op de valleien van de Demer en de Zwarte beek. De top van de Willekensberg situeert zich op circa zestig meter boven de zeespiegel. Op dit hoogste punt van de gemeente bevindt zich de Kapel van de Beukeboom (zie punt D). Deze plaats werd al vermeld in 1770 onder de naam 'Willekensbosch'. Na 1945 werd de heuvel beplant met naaldbomen ten behoeve van de productie van mijnhout maar werd geleidelijk aan omgevormd tot loofbos nadat het gebied in bezit kwam van Natuurpunt.
Charles Wellens is niet alleen een bekende Lummense kunstschilder die met hart en ziel verknocht was aan de Kempische leefwereld. Heel bijzonder is ook Wellens' medewerking bij de oprichting van het 'Openluchtmuseum Bokrijk'. Om hem blijvend te eren werd in 2015 de 'Eregalerij Charles Wellens' geopend in het Administratief Centrum. De Eregalerij is gratis te bezoeken tijdens de openingsuren
Maandag 13-20 uur
Dinsdag 9-12 uur
Woensdag 9-12 uur & 13-16 uur
Donderdag 9-12 uur
Vrijdag 9-12 uur & 13-16 uur
De Eregalerij Charles Wellens is gelegen in het Administratief Centrum - Gemeenteplein 13 - (Parking 6)
Horeca op de route
Café Thukske bij 'Johan' is gelegen op de hoek van het Gemeenteplein en de Kerkstraat. (Parking 6)
Café Dozie's Pub is gelegen Gemeenteplein 17. (Parking 6)
Hanasaki Oriental Restaurant is gelegen aan het Gemeenteplein op nummer 20.
Taverne De Luman is gelegen aan de Schulensebaan nummer 5 en bevindt zich recht tegenover parking 3.
Restaurant Beukenhof is gelegen aan de Beukeboomstraat 5 - recht tegenover de Kapel van de Beukeboom met aan de achterzijde de Onze-Lieve-Vrouwebeuk - Boom van het jaar 2018.
Hotel het Buskruid - Dr. Vanderhoeydonckstraat 64 (Parking 1)
Een vakantiewoning aan Parking 5 - gelegen Mangelbeekstraat 56.
Overnachten in Lummen?